Agapornis
Het woord agapornis is een Griekse wetenschappelijke naam en het betekent: agepe (liefde), ornis (vogel). Het vogeltje doet zijn naam als liefdesvogeltje eer aan. Als de vogeltjes een stel hebben gevormd, dan zijn ze een hecht koppel voor het leven. De vogeltjes zitten dan steeds heel dicht bij elkaar en verzorgen elkaars vederpak.
Gisterenavond sprong ik om 21:30 in mijn bed en ik begon vol enthousiasme te lezen in hoofdstuk 7 uit ‘Brandende liefde’ van Jan Wolkers. Mijn collega Michelle schoot met een geweer drie gaten in mijn lichaam. Volgens het ziekenhuis had ik nog maar drie dagen te leven en ik voelde het leven uit mijn lichaam wegzakken. Ik besloot langs haar autogarage ‘Attrea’ te fietsen waar ik plaatsnam op de prachtige catwalk die de garage rijk was en ik lachte heel luidruchtig en griezelig naar mijn collega die op dat moment praatte met enkele familieleden. Mijn lach was een voorbeschouwing voor al de demonische ideeën die ik in de komende 72 uur tot werkelijkheid zou brengen op haar lichaam. De overvolle garage was doodsbang voor mij en mijn lach. Ineens schrok ik wakker en ik keek naar de wekker. Het was 02:10. Ik opende de balkondeur en ramen in de slaapkamer voor wat frisse lucht en ik liet me op het bed vallen. Ik pakte één van de vier kussens en legde deze naast me neer, pakte de punt van het kussen in mijn hand en kneep er zachtjes in. Het voelde aan als een kussen maar in gedachte raakte ik zijn billen weer aan die aanvoelden als een gevulde hand Play-Doh klei. Call it what you want, I call it pelvis adoration. Ik stapte uit bed en snelde naar de badkamer waar ik een fles Hugo Boss pakte en besprenkelde hiermee vervolgens enkele malen het kussen. De vorige keer dat ik hem zag vroeg ik hem of het misschien Issey Miyake was dat ik rook toen we elkaar drie vriendelijke zoenen gaven. Natuurlijk wist ik hoe Issey Miyake ruikte, nee, ik stelde hem die vraag zodat hij me zou vertellen welke geur hem nog onweerstaanbaarder maakte als dat hij al is. Ik viel binnen enkele minuten tevreden in een diepe slaap.
Ik hoorde mijn moeder op mijn voicemail iets zeggen over vogels – Ik hield me verborgen voor de buitenwereld onder een stapel spreien en dekens vanwege een kleine hoofdpijn die ik had opgelopen door het drinken van een paar flessen Moulin à Vent – maar ik besloot haar later terug te bellen. Enkele minuten later werd ik wederom gestoord door het gezoem van de trilfunctie op mijn telefoon. Het volgende crescendo: “Aangezien jij NIET. REAGEERT. op mijn voicemail, gaan wij zonder je.” Geschrokken belde ik mijn moeder om te vragen wat er met die bejaarde brombeer aan de hand was. “Ja, ik dacht, ik laat je vader bellen, dan zul je wel wakker worden. Ga je mee naar een opvangtehuis voor papegaaien in Veldhoven,” vroeg ze enthousiast en met een snufje ironie. ‘L'arme du faible.’ Aangezien ik veel tijd besteed aan een studie en haar al niet al te vaak zie besloot ik om met haar mee te gaan. Eenmaal aangekomen in Veldhoven, na een heerlijke autorit langs verschillende dorpjes (ik ben verliefd op het dorp Vessem) wandelden we de gehele middag meerdere kilometers langs volières in het prachtige maar dieptrieste opvangtehuis voor onder andere mishandelde papegaaien. Het hoogtepunt van de dag was mijn bezoek aan een gigantische volière vol met grasparkieten. Met uitgestrekte armen liep ik de volière binnen en met wat enthousiaste kreten liet ik mijn vogelvrienden weten dat ik er was. De regenboog van kleurrijke veren liet me voluit glimlachen en ik genoot van al de verhalen die ze naar me schreeuwden. De zon op mijn gezicht was warm en er vloog spontaan een klein stofje in mijn oog. Na een dag gevleugelde vrienden besloot ik twee nieuwe huisdieren te nemen, echter geen grasparkieten.
Brandende Liefde:
‘Volgens mij maakt het geen enkel verschil. Alleen die glimlichten zie je nu duidelijk, dat is waar. Maar daar heb je niet eens van geprofiteerd.’ ‘Dan zal ik dat alsnog doen,’ zei ik en sloeg mijn armen om haar heen en wilde haar zoenen. Ze duwde me niet al te principieel van zich af en zei, ‘Niet zo overhaast, jongetje. Ik houd van spanning.’ ‘Ik ook. Daarom heb ik je je lippen steeds nat laten maken. Ik dacht, dan worden ze lekker week en zacht.’ ‘Het spijt me van al die regie-aanwijzingen van je. Maar dan moeten ze toch maar weer opdrogen.’ ‘Volgende keer ga ik je schilderen, dan is het echt nodig. Dit was maar een vingeroefening.’ 'Denk maar niet dat je me nog eens zo gek krijgt,'zei ze. 'Zit ik de hele tijd op mijn lip te sabbelen en zit jij je alleen maar te verlustigen. Nee, dat doen we niet meer.' Ze pakte de kopjes en liep ermee naar de keuken om koffie te gaan inschenken. 'Echt een artiestenstreek,' hoorde ik haar vrolijk mompelen.
God help the girl - God help the girl
1 opmerking:
Wel een apart uitstapje Erik haha.
Dat dorpje waar je het over hebt moet ik ook maar eens gaan bezoeken, ben gek op de schoonheid van die lieflijke kleine gehuchtjes> fotoooooo's ;-)
Een reactie posten